© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Marloes Huiskamp, Oosting, Adriana Johanna Wilhelmina Bieruma, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Oosting [13/05/2023]
OOSTING, AdrianaJohanna Wilhelmina BIERUMA, ook bekend als JeanneOosting (geb. Leeuwarden, 5-2-1898– gest. Almen 14-7-1994), schilderes, grafisch kunstenares. Dochter van JanBieruma Oosting (1870-1936), jurist, en Adriana Jancke barones van Harinxma thoeSlooten (1873-1954). Jeanne Bieruma Oosting bleef ongehuwd.
Jeanne Bieruma Oosting werd geboren inLeeuwarden, waar haar vader, afkomstig uit een Fries patriciërsgeslacht, toen werkteals advocaat. Haar moeder stamde uit een Friese adellijke familie. Jeanne hadeen één jaar jongere zuster (Cornelia). Toen ze negen was, verhuisde het gezinnaar landgoed De Cloese bij Lochem, waar in 1909 nakomertje Hans werd geboren.In het gezin gold Jeanne als een buitenbeentje omdat ze ongeorganiseerd en drukwas. Ze was veel buiten, in de omgeving van De Cloese en ’s zomers op hetlandgoed van haar grootvader in Beetsterzwaag, en ontwikkelde zo een voorliefdevoor dieren en planten. Jeanne kreeg thuis onderwijs en had pianoles. Zetekende veel en begon op haar zestiende met schilderles. Daarmee werd de kiem gelegdvoor haar latere loopbaan.
Opleiding
In 1917 vertrok Jeanne Bieruma Oostingnaar Bloemendaal en niet lang daarna naar Haarlem om daar haar artistiekeambities na te jagen – haar vader bleef zich daar tot zijn dood tegenverzetten. Ze kreeg tekenles van Frits Grabijn, bij hem thuis en op deHaarlemse School voor Kunstnijverheid, waar ze eveneens graveerlessen volgdebij Samuel Jessurun de Mesquita, en ze werd lid van kunstenaarsvereniging Kunstzij ons Doel. Begin 1920 nam ze schilderles bij Albert Roelofs en Willem vanKonijnenburg in Den Haag, waar ze ook drie jaar op de Koninklijke Academie vanBeeldende Kunsten zat. Daarna werkte ze nog anderhalf jaar in een eigen atelierin Den Haag. Bieruma Oosting sloot zich in deze Haagse jaren aan bijkunstenaarsverenigingen als Pulchri Studio in Den Haag en De Onafhankelijken inAmsterdam. Vanaf 1927 schreef ze artikelen voor kunsttijdschrift De Delver – in 1929 trad ze ook toe totde redactie. Bij de kunstenaarsverenigingen en in galeries exposeerde ze haartekeningen, gravures en schilderijen. Haar favoriete onderwerpen waren landschappen,portretten, stadsgezichten, voorstellingen van dieren en stillevens. Ook maakteze ex librissen.
Parijse jaren
In 1929 vestigde Oosting – zoals ze vanafdie tijd meestal signeerde – zich op aanraden van haar vriendin Charlotte vanPallandt in Parijs. Daar bezocht ze onder andere de schilderacademie van AndréLhote en volgde ze lessen in kunstgeschiedenis en anatomie op de École desBeaux Arts. Het belangrijkst voor haar ontwikkeling waren echter de lessen inAtelier 17 van Stanley Hayter, een vernieuwer in de grafische kunsten, en JohnBuckland Wright, specialist in houtgravures en -sneden. Oostings grafische werkuit deze tijd – series zoals Visions etfantômes en Rêves et réalités, enbeelden van de zelfkant van het Parijse (nacht)leven – is vaak dramatisch vansfeer en heeft een romantische en lyrische, maar ook een groteske en macaberekant.
Ook in Parijs exposeerde Oostingregelmatig in galeries en bij de kunstenaarsverenigingen waarvan ze lid was,zoals de Union des Femmes Peintres et Sculpteurs en de Salon d'Automne. In 1937won ze op de Wereldtentoonstelling met een van haar schilderijen de bronzenmedaille van de stad Parijs. Jeanne Oosting had een grote vrienden- enkennissenkring in Parijs, onder wie de Nederlandse schilders Conrad Kickert enKees van Dongen. Zij ontmoette kunstenaars als Picasso, Rouault en Bonnard. Afen toe maakte ze reizen door Europa met vrienden, zoals met beeldhouwster GraRueb. Met Nederland hield ze wel contact: ze exposeerde er, schreef nog voor De Delver en bracht de zomers vaak doorbij haar familie – van wie ze nog steeds financieel afhankelijk was.
Actief
In oktober 1940 keerde Jeanne Oostingvoorgoed terug naar Nederland: ze vestigde zich aan de Prinsengracht inAmsterdam. Gedurende de oorlogsjaren werkte ze door, buiten de Kultuurkamer om.Ze schilderde en maakte veel grafiek – losse bladen, maar bijvoorbeeld ookboekillustraties. In 1943 verschenen prenten van haar hand in een clandestieneuitgave van vijf gedichten uit Baudelaires LesFleurs du Mal. De hongerwinter en de eerste maanden na de oorlog bracht zijdoor bij haar moeder in Friesland. Na de bevrijding deed Oosting mee aan detentoonstelling Kunst in vrijheid inhet Rijksmuseum en leverde ze twaalf etsen ter illustratie van een bundelfabels van Lafontaine. In 1948 – ze verhuisde dat jaar naar de Herengracht – richtteOosting met onder anderen Maaike Braat en Ro Mogendorff de vrouwelijkekunstenaarsvereniging De Zeester op. Voorts werd ze in de loop der jaren lidvan onder meer De Hollandse Aquarellistenkring, de Nederlandse Kring vanGrafici en Tekenaars, Arti et Amicitiae en De Muiderkring.
Haar zomers bracht Oosting vanaf 1955meestal door in villa Het Elger in Almen (Achterhoek), die ze na de dood vanhaar moeder had gekocht. Hier ontving ze vrienden als Adriaan Roland Holst,Charlotte van Pallandt en Kees Verwey. Ze maakte reizen naar onder andereSpanje, de Verenigde Staten, Marokko en Rusland, en ging frequent terug naarParijs om in het atelier van Hayter haar techniek op te halen. Vanaf 1959 woondeen werkte Oosting in Amsterdam aan het Oosterpark, eerst op nummer 31 en vanaf1964 op nummer 76. Ze ging regelmatig naar toneel- en muziekuitvoeringen, speeldegoed piano en publiceerde in kranten en tijdschriften kunstbeschouwingen, inmemoriams en versjes. Ook schreef ze veel brieven. Zo correspondeerde zejarenlang met de dichteres Ida Gerhardt.
Jeanne Bieruma Oosting exposeerde enwerkte door tot op hoge leeftijd. Zij stierf op 14 juli 1994 in Almen, 96 jaaroud.
Betekenis
Jeanne Oosting was een energieke enuitgesproken persoonlijkheid. Wars van stromingen en stijlen bleef ze altijdfiguratief werken. Ze beeldde af wat ze om zich heen zag: dieren, de natuur,haar interieur en haar uitzicht. Oosting kreeg grote waardering voor haar werk,hoewel haar enorme werkdrift en ongebreidelde productiviteit vooral bij haarschilderijen – meestal uitgevoerd in een min of meer impressionistische stijl –haar soms de kritiek van vluchtig werk opleverden. Veel succes had ze met haargrafiek, die in de loop der jaren meer kleur en helderheid kreeg en die somswat gestileerder was. Ze behoorde tot de meest prominente en vernieuwendegrafici van haar generatie. Na Oostings dood werd bijna haar gehelekunstcollectie, met werken van onder anderen Kees Verwey, Theresia van derPant, Charlotte van Pallandt en Picasso, verkocht. De opbrengst ging naar deJeanne Oosting Stichting, die jaarlijks de Jeanne Oostingprijs uitreikt. Dezedoor Oosting zelf ingestelde geldprijs wordt sinds 1970 toegekend terondersteuning van – figuratief werkende – kunstenaars.
Naslagwerken
Elck zijn waerom; Groot; Jacobs; Jacobs(2000); Nederland’s Patriciaat; Saur; Scheen; Waller.
Archivalia
- Noord-Hollands Archief, Haarlem: Archiefvan de Vereeniging tot Beheer van het Museum van Kunstnijverheid en de Schoolvoor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten te Haarlem: Naamlijstenvan de leerlingen 1905-1919.
- Regionaal Archief, Zutphen: Collectie IdaGerhardt (1920-2000) (brieven van Bieruma Oosting).
- RKD, Den Haag: Archief Jeanne BierumaOosting (correspondentie, overzicht van lidmaatschappen, catalogi etc.) [onlineinventaris]. Oosting is ook te vinden in verschillende andere archieven op hetRKD.
Werk
Een uitgebreide bibliografie, overzicht van tentoonstellingen en lidmaatschappen via artindex [geraadpleegd 27-1-2017]. Werk van Jeanne Bieruma Oosting bevindtzich o.a. in: Rijksmuseum, Amsterdam; Stedelijk Museum,Amsterdam; Fries Museum, Leeuwarden; Gemeentemuseum, Maassluis; MuseumHenriette Polak, Zutphen.
Zie verder: Den Haag, RKD; Redeker 1979(met overzicht van door Oosting geïllustreerde boeken, literatuur enonderscheidingen).
Publicaties
Een selectie:
- ‘Isaäc Israels’, De Delver 8 (1934-1935) 96.
- ‘De Fransche beeldhouwers in hetStedelijke Museum te Amsterdam’, DeDelver 13 (1939-1940) 1-16.
- ‘Eenige stroomingen in de grafische kunst’,De Delver 13 (1939-1940) 81-86.
- ‘In memoriam Lucy van Dam van Isselt’, De Groene Amsterdammer, 18-6-1949.
- ‘Ontmoeting met Parijs na twintig jaar’, Algemeen Handelsblad, 26-6-1953.
- ‘Van poedels, Montmartre en Montparnasse’,Algemeen Handelsblad, 27-6-1953.
- ‘Over mijzelf’, Kroniek van Kunst en Kultuur 15 (1955) 41-42.
Literatuur
- R.v.L., ‘Schilderkunst van heden’, deel 2,De Delver 6 (1933) 68-80, i.h.b.70-71.
- ‘Jeanne Bieruma Oosting zestig jaar’, De Waarheid, 6-2-1958.
- ‘Expositie Jeanne Bieruma Oosting InPrinsentuin’ en ‘Jeanne Bieruma Oosting over zichzelf’, Leeuwarder Courant, 31-10-1962.
- ‘Jeanne Bieruma Oosting: “Ik ben Latijnvan geest en Fries van lichaam”’, DeTelegraaf, 17-2-1968.
- ‘Jeanne Bieruma Oosting Tachtig Jaar’, De Waarheid, 18-2-1978.
- Hans Redeker, Jeanne Bieruma Oosting (Zutphen 1979).
- ‘Hollands dagboek’, NRC Handelsblad, 13-2-1988.
- ‘Jeanne Oosting: Ik ben met mijn laatsteeitje bezig, maar ik suf niet in’, LeeuwarderCourant, 15-4-1988.
- A.J. Vervoorn, ‘Jeanne Bieruma Oosting ende prentkunst’, Boekenpost 20-118 (2012),42-43.
- Website van de Jeanne Oosting Stichting [URL http://www.jeanneoostingstichting.nl/; geraadpleegd 27-1-2017].
- Jolande Withuis, Geen tijd verliezen. Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994) (Amsterdam 2021) [verschenen na publicatie van dit lemma.
Illustraties
- Jeanne Bieruma Oosting, door Nico Koster, ongedateerd (Maria Austria Instituut, Amsterdam).
- Kinderpostzegel, door Jeanne Bieruma Oosting, 1960 (Collectie voor dePTT/Museum voor Communicatie).
Auteur: Marloes Huiskamp
laatst gewijzigd: 13/05/2023
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.